(NL) Geloof en hechting
11 maart 2025

Zend Mij (opwekking 891)


Of ik wonden moet verzorgen, of vuile voeten was: Heer, hier ben ik. Zend mij.
Om van anderen te houden, ook al zijn we het niet eens: Heer, hier ben ik. Zend mij.

Of ik arm ben of juist rijk ben, ik wil steeds uw dienaar zijn. Heer, hier ben ik. Zend mij.
In het dal of op de bergtop zal mijn loflied voor U zijn. Heer, hier ben ik. Zend mij.

Mag mijn leven laten zien dat ik U vol liefde dien. Ik hou van U.
Ik hou van U.
En nog voor U mij iets vraagt, zal ik antwoorden met ‘ja’, want ik hou van U.
Ik hou van U.

Als uw waarheid diep zal snijden, spreek ik, zelfs al doet het pijn. Heer, hier ben ik. Zend mij.
Ook als mensen mij gaan mijden, ik zal U gehoorzaam zijn. Heer, hier ben ik. Zend mij.

Als ik staan mag in uw glorie, zal ik blij zijn dat ik zei: Heer, hier ben ik. Zend mij.
Ik wil leven voor de woorden: ‘Goed gedaan, dienaar van mij.’

Heer, hier ben ik. Zend mij. Heer, hier ben ik. Zend mij.

------------------------------------

Afgelopen 14 februari nam ik deel aan de studiedag “Geloof en Hechting” met Hanneke Schaap-Jonker van het Evangelisch College. Het was veel informatie, die mij tot nadenken bracht:

  • Hoe is het met mijn hechting in mijn geloof?
  • In hoeverre heb ik als moeder voor een goede hechting bij mijn kinderen gezorgd?

Het zijn vragen die mij zeker nog een tijd begeleiden.

Door de gedachten heen hoor ik het lied “Zend mij” (Opwekking 891) uit de cd-speler klinken. Het lied herinnert mij aan een door mij voorbereidde preek voor ons preekteam: Jozef, de elfde zoon van Jakob en de eerste zoon met zijn lievelingsvrouw Rachel was het thema. Vader en zoon hebben een innige band met elkaar. Niet alleen in het alledaagse leven maar ook in het geloof. Jozef heeft een stabiele hechting met zijn eigen vader en met God ervaren, bedenk ik me ineens. Voor zijn broers geldt dit niet. Zij waren het zelfs niet eens met de stabiele en tevens innige band tussen vader en Jozef.

Hoe zit het met mij? Ben ik goed gehecht aan God, mijn Vader in de hemelen? Kan ik zeggen zoals Jozef: “Hineni (Zie, hier ben ik)” en “zend mij”? Vaak zingen wij liederen die een dergelijke tekst hebben. Nemen wij het serieus? Menen wij wat wij zingen?

Jozef is in zijn geloof en zijn liefde voor zijn vader en zijn broers een stabiel mens. Hij kon tegen zijn vader zeggen “zend mij” naar jouw zonen (mijn broers). En: “Ik ga op zoek naar hen. Ik zal U berichten hoe het met hen staat’’. Jozef was ook in zijn tijd als slaaf een stabiel persoon. Hij werkte zorgvuldig voor Potifar of de farao van Egypte. Hij was in de gevangenis een stabiel persoon. Hij deed zijn werk met vreugde en diende andere gevangenen op dezelfde manier als hij de gevangenisbewaker, Pofitar of de farao diende.

“Of ik wonden moet verzorgen, of vuile voeten was: Heer, hier ben ik. Zend mij.
Om van anderen te houden, ook al zijn we het niet eens: Heer, hier ben ik. Zend mij.”

Deze woorden klinken uit de luitspreker van de auto. Zij maken mij duidelijk dat ik niet altijd meen dat wat ik zing ook wil doen. Want…

…in 2020 heeft God mij gevraagd: Wie kan ik zenden? Wie is er? En ik antwoordde Hem: Heer, hier ben ik, zend mij. Tegenstand houd mij tegen.

Ik ervoer en ervaar in mijn leven en bediening tegenstand. Toch weet ik, net als Jozef, God is met mij. Zijn vraag, wie kan ik zenden, betekent voor ons mensen dat Hij meegaat. God is met Jozef gegaan en met vele anderen. Of deze mensen nu in het Oude of het Nieuwe Testament staan of niet. Hij is en blijft dezelfde.

Het maakt niet uit in welke tijd wij leven: in de tijd van JoZef of in onze huidige tijd. Wij mensen ervaren bij onszelf of bij anderen dat er een geestelijke strijd gaande is. Een strijd tussen de Heer van de aarde en de Heer van de hemelen.

Voor Jozef betekent vertrouwen in God een zekerheid dat God bij machte is op het juiste moment in te grijpen. Was het lastig voor Jozef? Zeker, zoals het lastig is voor ons. Maar toch…

…blijf gehecht aan God. God reageert, dat is zeker. Zefanja legt het al uit: De HEERE, uw God, is bij u. Hij is een machtige verlosser. Hij zal vol blijdschap over u zijn. Hij zal u liefhebben en u niet beschuldigen. Hij zal over u juichen met een lied van vreugde (Zefanja 3:17 HTB). En Petrus geeft te bedenken: werp al uw zorgen op Hem (1. Petrus 5:7 HTB).

Best wel lastig. Vooral als je niet goed durft te vertrouwen. Doe het, stap voor stap, samen met God. Hij is te vertrouwen en helpt jou op het juiste moment. Soms blijven wij steken op dat wat wij denken wat Hij voor ons wil. Soms doen wij alleen wat wij denken dat wij willen. Corrie ten Boom zei eens: ‘’Wees niet bang om een onbekende toekomst te leggen in de handen van een bekende God’’.

Ik wil jou en mezelf uitdagen om moedig nieuwe wegen in te slaan. Er is een tegenstander die probeert de ingeslagen weg dwars te zitten. Maar met God zit je altijd op de juiste weg.

En de tweede vraag: Heb ik wel mijn best gedaan voor mijn eigen kinderen?

Ieder ouder kan met deze vraag rondlopen. Een zin die genoemd werd tijdens te studiedag is misschien wel het antwoord op de vraag: “Wij gaan kapot aan elkaar en wij helen aan elkaar”. Wij mensen doen ons best op basis van onze eigen opvoeding, onze persoonlijke mogelijkheden en vooral met onze eigen persoonlijke beperkingen. Dit loopt goed of slecht af, maar we kunnen altijd verbindingen aangaan met mensen die ons helpen en ons laten helen.


door duda-wsm 21 juli 2025
Im vergangenen Jahr absolvierte ich einen Hospizlehrgang. Ehrenamtlich begleite ich unheilbar Kranke, die Familie oder nahe Verwandte. Neulich begann die Begleitung einer kranken Frau. Während meines ersten Besuches kam ich mit ihrem Sohn in Gespräch. Leise lud er zu einem kurzen Kennenlernen ein. Wir teilten kurze Informationen über seine Mutter, seine Familie und dazwischen auch unsere eigenen (Lebens)Erfahrungen. Unsere beiden Eltern sind in der Zeit des Zweiten Weltkrieges geboren. Sie erfuhren alle viele Schwierigkeiten in der Kindheit, mit denen jede Familie anders umgehen musste und konnte. Schwierigkeiten durch Mangel in vielen kleine Dingen hat jede Familie erfahren. Der Umgang mit den Schwierigkeiten ist abhängig von der Familiengeschichte und der Lebensumgebung. Etwas was sich nicht in den Familien verändert, ist der Umgang mit dem Tod. Ein Leben voll von Kraft, Freude und Frieden, Liebe und Hilfsbereitschaft ist plötzlich beendet. Als erwachsenes Kind ist es beinahe nicht zu begreifen. Es scheint als ob es gestern gewesen ist, dass der Vater oder die Mutter geistig und körperlich gesund gewesen sind. Und nun… Nun ist es Zeit um Abschied zu nehmen. Auch wenn wir begreifen, dass es für den Vater oder die Mutter der richtige Moment ist, um zu gehen, drehen sich unsere eigenen Gedanken um den Verlust, der uns zu erdrücken scheint. Wir erkennen, wir müssen unsere Eltern gehen lassen. Das Lebensende ist nahe. Doch lässt uns nicht los! Ich denke zurück an das Sterben meiner Mutter, das gerade mal zwei Jahre her ist. Ein halbes Jahr vor Ihrem Sterben erfuhr ich das meine Mutter nicht mehr lange leben würde. Sie hatte eine aggressive Form von Lungenfibrose. Das Ende sollte nicht mehr lange auf sich warten. Sie hat gekämpft. Gekämpft gegen die Gewissheit das sie sterben wird, gekämpft gegen die Angst und die Ohnmacht die sich in der Partnerschaft breit macht. Gekämpft mit dem Gefühl meinen Vater alleine zu lassen. Gekämpft gegen das Unverständnis der Mitmenschen. Und gekämpft, sicher in den letzten Wochen, mit Gott, um Kraft zu bekommen so lange wie möglich bei denen zu bleiben die ihr so wichtig sind. Schneller als gedacht mussten wir sie gehen lassen. Unserem Verlust folgte Traurigkeit und Trauer. Jeder in der Familie ging auf die eigene Art und Weise mit Trauer und mit Verlust um. Meistens ohne Worte, still für sich allein. Ich fand es schade und finde es noch. Die Ausbildung als Coach und als Verlust- und Trauerbegleiter hat mir in meinem eigenen Trauerprozess geholfen: Ich habe es nicht wahrhaben wollen: Alles gut! Es ist nichts! Es geht vorbei! In unserer Familie war ich nicht alleine mit diesen Gedanken. Ich war wütend: Ja, ich war sehr enttäuscht und wollte einfach noch mehr Zeit mit meiner Mutter haben. Ich konnte und wollte nicht zulassen, dass ich sie vermissen muss. Ich versuchte zu verhandeln: Oh, ich habe alles getan um Gott zu überzeugen, sie zu heilen. Ich wollte sie noch nicht verlieren. Für mich war noch so viel was ich gemeinsam mit ihr besprechen und tun wollte. Ich benötigte ganz einfach noch Zeit mit ihr. Ich war traurig: Ich war so traurig! Es durfte einfach nicht sein. Bei jedem in unserer Familie war die Trauer zu spüren. Letztendich musste ich es akzeptieren: An ihrem Todestag fühlte ich plötzlich: „Jetzt“ ist es soweit. Sie verstirbt in diesem Moment. Mein Schrei in Richtung Himmel blieb mir in der Kehle stecken. Mein Glaube gab mir in diesem Moment die Kraft durchzustehen. Ich bin noch traurig, denn ich vermisse sie noch immer. Manchmal scheint es mir, als ob ich sie in der Ferne auf dem Fahrrad sehe oder irgendwo in dem einem oder dem anderen Geschäft. Ich sehe dann ihre weißen Haare in der Ferne auftauchen. Mit Verlust und Trauer geht jeder auf seine eigene Art und Weise um. Der Sohn aus meinem Gespräch erkennt, dass er seine Mutter gehen lassen muss. Seine Trauerarbeit beginnt schon vor dem eigentlichen Todesmoment. Manchmal bewusst, manchmal unbewusst werden wir gezwungen unsere eigene Trauer zu durchleben. Der Sohn erkennt selbst deutlich das er schon zu trauern beginnt. Andere werden überrascht vom Versterben eines Angehörigen. Sie sind gezwungen alles zu regeln bevor sie selbst mit der eigenen Trauer beginnen können. Manchmal vergessen wir zu trauern, denn unsere Kinder, Familienangehörige sind momentan wichtiger als die eigene Trauer. Kennen Sie dieses aus eigenen Erfahrungen? Erfahren sie Schwierigkeiten in/mit der Trauer und dem Verlust eines geliebten oder nahestehenden Menschen?  Ich unterstütze Sie. Bitte melden Sie sich.
door duda-wsm 21 juli 2025
In het afgelopen jaar mocht ik een hospice cursus volgen om ongeneeslijke zieken, hun familieleden of hun naasten te begeleiden. Afgelopen weeg begon de begeleiding van een zieke vrouw. Tijdens mijn eerste bezoek sprak ik spreken met haar zoon. Zachtjes nodigde hij mij uit de kamer binnen te komen en kennis met elkaar te maken. Hij deelt informatie over zijn moeder en hun gezin. Wij delen in het kort onze eigen (levens)ervaringen delen. Wij hebben allebei ouders die rond de tweede wereldoorlog geboren zijn. Hoe veel moeite de kindheid in zo een tijd koste verschilde per gezin. Moeilijkheden door tekort in alle levensbehoeften ervaren daarentegen allen. De omgang hiermee is afhankelijk van het gezin of de omgeving. Wat niet veranderd is binnen de gezinnen, is de omgang met de dood. Een leven van kracht, vreugde en vrede, liefde en behulpzaamheid gaat soms zo plots voorbij. Als volwassen kind is het moeilijk te begrijpen. Het lijkt alsof het gisteren was dat ouder nog helemaal geestelijk en lichamelijk gezond was. En nu …. Nu is het de tijd om afscheid te nemen. Zelfs al weten wij als kind dat vader of moeder het goed vindt om te gaan, blijven onze gedachten draaien om het verlies dat ons zo intens overkomt. Wij beseffen, dat wij onze ouders moeten laten gaan. Het einde van het leven komt eraan. Dit is het wat ons bezig houdt. Ik herinner me aan de tijd dat mijn moeder is overleden. Het is nog maar twee jaar geleden. Een half jaar voor haar overlijden werd mij vertelt dat mijn moeder niet meer lang zou leven. Zij had een ernstige vorm van longfibrose. Het einde zat eraan te komen. Maar wat heeft zij gevochten. Gevochten tegen het verdriet dat zij moest sterven en tegen de angst om mijn vader alleen te laten. Gevochten tegen onbegrip van de omgeving en gevochten, zeker in de laatste tijden, met God om haar kracht te geven zo lang mogelijk bij haar dierbaren te mogen blijven. Het gemis kwam sneller dan gedacht. Verdriet en de rouw volgden het gemis. In onze familie ging iedereen op zijn eigen manier met rouw en het gemis om. Zonder woorden rouwde iedereen voor zichzelf. Oh wat vond ik het jammer en nu nog. Met de opleiding pastorale hulpverlening en de cursus verlies- en rouwbegeleiding kon ik mijn eigen rouwproces in het overlijden van mijn moeder doorstaan: Ik heb ontkend: Er is niets aan de hand. Het gaat weer over. Ik was helaas niet de enige in ons gezin. Ik was woedend: Ik wilde nog tijd met mijn moeder doorbrengen. Ik kon en wilde niet toelaten dat ik haar zou missen. Ik was teleurgesteld. Ik wilde onderhandelen: Oh, wat heb ik God gesmeekt om haar te genezen. Ik wilde haar nog niet kwijt. Ik had het gevoel dat er nog zo veel was, waar wij nog niet over gesproken hebben. Ik had nog tijd met haar nodig. Ik was verdrietig: Ja, ik was verdrietig. Ik wilde haar gewoon niet kwijt. Het verdriet was in ons allemaal duidelijk zichtbaar. Ik moest het accepteren: In eens voelde ik: Het is “NU” het moment dat zij gaat. Ik heb het uitgeschreeuwd tot God. Mijn geloof heeft mij in de tijd van haar stervensmoment steun en kracht gegeven. Verdriet heb ik nog altijd want ik mis haar. Soms zie ik haar op de fiets in de verte voorbijkomen of in een winkel in het dorp. Steeds weer zie ik haar witte haar opduiken in de verte. Iedereen heeft zijn eigen omgang met verdriet en rouw. De zoon uit mijn gesprek erkent dat hij zijn moeder moet laten gaan. Zijn rouwproces begint al. Misschien bewust of misschien onbewust zijn wij genoodzaakt ons eigen rouwproces te doorlopen. De zoon beseft wel degelijk dat zijn rouwproces nu al begint. Anderen worden overrompeld door het overlijdensbericht van een dierbare. Genoodzaakt regelen zij alles voordat zij rust ervaren om te rouwen. Soms vergeten wij dat wij iemand moeten missen, want er zijn kinderen of familieleden die belangrijker zijn dan het eigen rouwproces.  Ervaar jij dit persoonlijk? Hebt je moeite om te rouwen om je geliefde of naaste? Meld je. Ik wil je ondersteunen.